Fagot

De tenor- en basinstrumenten van de houten blaasinstrumenten, die hun oorsprong in de zestiende eeuw hebben. De fagot bestaat uit twee holle houten cilinders die parallel aan elkaar lopen en van onderen door een U-vormige buis met elkaar in verbinding staan.

De fagot wordt bespeeld door lucht te blazen door een dubbelriet, dat is bevestigd aan een metalen slingervormige tuit aan de zijkant van het instrument; de toonhoogte wordt geregeld door het openen en sluiten van kleppen en de manier van blazen.


Terug naar Woordenlijst